Vroeger was een hondenverzekering niet echt nodig. De behandelmethodes voor dieren waren beperkt en daardoor liepen de kosten meestal niet hoog op. Dat is tegenwoordig wel anders. Er zijn veel meer mogelijkheden en daardoor ook sneller meer kosten. Een hondenverzekering dekt onverwachte medische kosten voor je hond. Maar voordat je zo’n verzekering afsluit, wil je er natuurlijk wel eerst even over nadenken. Dit zijn 6 belangrijke afwegingen die je moet maken als je je afvraagt of jij je hond wel of niet wilt verzekeren.
1. Welk ras heb je?
Bepaalde hondenrassen worden niet of nauwelijks verzekerd. Dat komt omdat deze rassen bekendstaan om veel voorkomende medische problemen. De meeste verzekeraars hebben een lijst van rassen die niet verzekerd kunnen worden. Heb jij bijvoorbeeld een Engelse Bulldog of een Sint Bernhard? Dan is de kans groot dat een verzekering geen optie is.
2. Wat dekt de verzekering?
Een dierenverzekering dekt ‘onverwachte medische kosten’. Denk bijvoorbeeld aan een hond die in een gevecht gewond is geraakt. Of een hond die een ongeluk heeft gehad. Dit soort dingen valt niet te voorkomen en gebeurt onverwachts. De verzekering biedt juist hiervoor een dekking aan. Er zijn ook uitzonderingen:
3. De voordelen van aanvullende dekkingen
Een aantal zaken wordt dus in de basispolis niet gedekt. Soms kun je je hond daar extra voor verzekeren. Dat geldt bijvoorbeeld voor vaccinaties. Deze kosten zijn niet onverwacht (je maakt ze jaarlijks) en dus worden ze in de basis verzekering niet gedekt. Maar je kunt deze kosten wel aanvullend verzekeren. Een nadeel van een aanvullende verzekering is dat het op langere termijn vaak wat duurder is dan wanneer je zelf deze kosten betaald. Tenslotte wil de verzekeraar er wel winst op maken.
4. De kosten van de hondenverzekering
Een hondenverzekering is een stuk goedkoper dan een verzekering voor mensen. De kosten zijn afhankelijk van het geslacht, de leeftijd en het gewicht van je hond. De verzekeraar werkt met bepaalde prijscategorieën. De grootte van de hond en de leeftijd zijn voor het grootste deel bepalend voor de prijs. Het is logisch dat oudere dieren wat duurder zijn in de verzekering, omdat de kans op medische kosten groter wordt. Het gedrag van de eigenaar wordt niet gezien als relevant voor de prijs: men gaat er vanuit dat de eigenaar goed voor de hond zorgt.
5. Overweeg wat je wel en niet wilt laten doen
Stel je voor dat je hond iets overkomt en je moet naar de dierenarts. Dan wordt jou de vraag gesteld of je dit wilt laten behandelen. Bepaalde behandelingen kunnen het leven van de hond redden en die opties worden steeds uitgebreider. Maar soms is het toch beter om af te zien van een behandeling. Vooral bij oudere honden waarvan de levenskwaliteit achteruit gaat, is het soms beter om te stoppen met behandelen. Als je hond verzekerd is, hoeft geld in ieder geval geen rol te spelen in deze beslissing, maar het stelt je wel voor de keuze of je moet doorgaan of niet.
6. Zelf sparen of verzekeren?
Veel mensen claimen dat je het geld dat je aan de verzekering zou betalen natuurlijk ook zelf opzij kunt leggen. Je spaart het geld dan in een apart spaarpotje en als er iets met je hond aan de hand is kun je het zelf betalen. Dat is op zich waar, maar er zitten wel enkele nadelen aan:
Een verzekering voor je hond kan dan een goede oplossing zijn, omdat je tegen een bepaald bedrag per maand gewoon blijvend verzekerd bent.
Een hondenverzekering afsluiten is in veel gevallen een verstandige keus. Zeker als je hond nog jong is, kan hem van alles overkomen. Jonge honden worden bijvoorbeeld relatief vaak slachtoffer van ongelukken en vechtpartijen. De schade hiervan kan zo duur worden dat je deze niet kunt betalen. Dan is het extra fijn als je hond verzekerd is. Met deze 6 overwegingen kun jij beslissen of een hondenverzekering ook slim is voor jouw hond.
